Daglicht

Overdag komt het meeste licht via het natuurlijke licht van de zon, daglicht. Dit komt via ramen ruimten binnen. Met de plaatsing en grote van ramen kan dan ook gestuurd worden hoeveel daglicht een ruimte binnen komt. Natuurlijke factoren zoals hoge bomen of kunstmatige objecten als hoge gebouwen kunnen de lichtinval wel belemmeren waardoor het nodig kan zijn om kunstmatig licht toe te voegen.

De positie van ramen ten opzichte van de zon bepaalt de hoeveelheid en het type daglicht in de ruimte. In basis komt de zon op in het oosten en gaat onder in het westen, wel hebben de seizoenen invloed op waar de zon precies opkomt en weer ondergaat.

Daglicht is te verdelen in koud licht en warm licht. In de categorie kleur is hier ook al kort aandacht aan besteed. Koud licht is het licht uit het noorden en oosten omdat het licht een blauwe gloed heeft. Warm licht is het licht uit het zuiden omdat dit licht juist een oranje gloed heeft.

Gedurende de seizoenen veranderd de lichtinval echter steeds een beetje van koel ’s morgens naar blauw grijs in de middag tot geelrood in de avonden. De kleuren van het interieur lijken daardoor gedurende de dag steeds iets anders waarbij geel het langste zichtbaar blijft.

Noorderlicht is het meest constante lichttype qua hoeveelheid en kleur omdat de zon hier niet opkomt en niet ondergaat. In Ruimten met licht vanuit het noorden zijn de kleuren dan ook het meest optimaal voor kunstenaars.

Daglicht heeft een cri van 100%. CRI staat voor Color Rendering Index (RA in het duits). Ofwel hoe goed geeft de lichtbron de kleuren als werkelijkheid weer. Hierbij is 60 laag, 80 goed en 90 CRI uitstekend (LED).