De menselijke maat

31 oktober 2022

Voor de bruikbaarheid, de veiligheid en het comfort van een interieurontwerp is het belangrijk om bij elke stap rekening te houden met wie in het ontwerp gaat wonen of er gebruik van gaat maken.

Ieder interieurontwerp wordt bedacht en uitgevoerd voor het gebruik door een mens en de mens heeft een aantal gezamelijke kenmerken die als uitgangspunt worden genomen bij het vormgeven van gebouwen, ruimten, interieurs en gebruiksvoorwerpen/ objecten. 

Tot het metrisch stelsel kwam was het vanzelfsprekend om menselijke maten als uitgangspunt te nemen zoals een el lang, een voetlengte, duimbreed en handlengte. Hoewel deze oude maatbeschrijving in de loop van tijd dus is vervangen door centimeters en meters worden voor het ontwerp van interieurs en gebruiksvoorwerpen nog steeds de menselijke maat als uitgangspunt genomen. Hierbij wordt de gemiddelde maat van de mens genomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de statische maat en de dynamische maat.

De statische maat geeft de gemiddelde lichaamslengte, het gewicht, de kracht, de armlengte, de handmaten en de bewegingsmogelijkheden van het gehele lichaam. Dit zijn de statische maten omdat het hier puur gaat om de lichaamsmaten, bijvoorbeeld de gemiddelde lengte van de onderarm, wat vroeger de el genoemd werd, die nu op 68 cm is gesteld.

Deze statische maten worden veel gebruikt voor de maatvoering van een toilet, bad, trap, doorgangen en bij de hoogte van lichtschakelaars aan de muur.. Maar ook bij de keuze voor de vorm, het materiaal en de techniek in een gebruiksvoorwerp. De menselijke maat is dus een zeer belangrijk gegeven waarmee je rekening moet houden met het maken van een ontwerp. De wetenschap die zich bezig houd met de interactie tussen de menselijke maat en het ontwerp heet ergonomie.

Ergonomie streeft naar het zodanig ontwerpen van gebruiksvoorwerpen, technische systemen en taken dat de veiligheid, de gezondheid, het comfort en het doeltreffend functioneren van mensen wordt bevorderd. De ergonomie bestrijkt een zeer groot werkterrein, maar er kunnen drie specialisatiedomeinen worden genoemd: Fysieke, cognitieve en organisatie ergonomie.

In de interieuromgeving worden vooral de inzichten uit de fysieke ergonomie gebruikt.  De fysieke ergonomie gaat uit van de menselijke anatomie, antropometrie (het meten van mensen), de interne lichaamsprocessen en de bewegingsleer. Relevante onderwerpen zijn werkhoudingen, manueel hanteren van lasten, wederkerende bewegingen, werk gerelateerde klachten aan je gewrichten/ bewegingsapparaat, werkplekinrichting, veiligheid en gezondheid. De technische universiteit die zich hier onder andere mee bezighoud heeft de DINED site ontwikkeld waar allerhande (wetenschappelijke) tabellen te vinden zijn over de menselijke maten.

Bij de indeling van een ruimte kan niet alleen uitgegaan worden van de statische maten van de mens. Het menselijk lichaam verandert namelijk van maat zodra het beweegt. Wanneer er gebukt wordt voor de vriezer, of om een wasmand op te pakken, tanden worden gepoetst of uit een bed/ bad gestapt wordt veranderd de ruimte die nodig is. Dit zijn de dynamische maten. Zo is bij een ladekast niet alleen de ruimte voor de mens nodig maar ook de ruimte om de arm te strekken en de lade uit te trekken. Bij het indelen van de ruimte moet er dus rekening gehouden worden met de ruimte die nodig is om de activiteit uit te voeren. Wanneer hier geen rekening mee gehouden wordt kan de ruimte om een object zoals wasmachine of kast te klein worden en structureel belemmerend werken.

Reactie plaatsen